Een vliegende auto? Kies maar
(NRC, 7 april 2012)
Menigeen
dacht aan een grap toen op 1 april het Nederlandse bedrijf PAL-V
bekendmaakte dat de gelijknamige vliegende auto zijn debuutvlucht had
gemaakt. Maar het prototype vliegt echt. Een verkoopklaar product is
er voorlopig nog niet.
Een
grap leek aannemelijk, mede omdat de geschiedenis van de vliegende
auto dooraderd is met al te optimistische voorspellingen en navenante
teleurstellingen. Zo voorspelde PAL-V zelf in 2008 nog dat er in 2012
een toestel te koop zou zijn. (PAL-V staat voor Personal
Air and Land Vehicle.)
De kampioen van de overspannen verwachtingen was wel Paul Moller, die
veertig jaar in rotsvast vertrouwen sleutelde aan het prototype van
zijn Skycar. Moller kwam nooit tot een serieuze testvlucht en wierp
in 2006 de handdoek in de ring. Zijn geesteskind bood hij te koop aan
op eBay. Er zijn meer van die kleurrijke figuren geweest. Rafi
Yoeli uit TelAviv met zijn CityHawk. Norris Luce met de SkyRider. Het
leverde nooit wat op.
Tot
nu. Want niet alleen PAL-V boekt echte vooruitgang. Er zijn maar
liefst twee concurrenten in de VS die al verder zijn. De Transition
van het bedrijf Terrafugia uit Massachusetts is een soort opvouwbaar
vliegtuig. Het taxiet over de openbare weg met langs de carrosserie
geklapte vleugels. Om de verwachtingen over de prestaties op de weg
te temperen noemt Terrafugia zijn machine een roadable
aircraft.
In de lucht is het net een gewoon vliegtuig, zij het dat de gedrongen
vorm er wat speelgoedachtig uitziet. Het wachten is op productie en
volgens Terrafugia begint die nog dit jaar. De verwachte prijs is
279.000 dollar. Er zijn er al honderd besteld, aldus het bedrijf op
zijn website.
De
Maverick van I-Tec uit Florida is, zoals de naam al suggereert, een
bijzonder geval. Dit is een uitgeklede automobiel die, als er
gevlogen moet worden, voorzien kan worden van een parapente, zeg maar
een opblaasbare vleugel. Deze moet vóór de vlucht tevoorschijn
worden gehaald en erna weer worden opgevouwen en opgeborgen. Veel
simpeler kan een vliegend object niet worden, en de prijs is dan ook
een bescheiden 94.000 dollar. Volgens woordvoerder Ron Lytle zijn er
op het moment zes in productie. Daarvan gaat er een naar Australië
en een naar de Verenigde Arabische Emiraten.
De
PAL-V heeft nu een vlucht gemaakt maar is noch voor de weg, noch voor
de lucht gekeurd. Het ontwerp is nog niet definitief, zegt directeur
Robert Dingemanse. Maar verschillende technische bijzonderheden licht
hij graag toe. Zo is de PAL-V een gyrocopter
of autogyro. Dat is een vliegmachine met een draaiende rotor bovenop,
die anders werkt dan bij een helikopter.
"Bij
een helikopter wordt de rotor aangedreven en zorgt hij voor lift én
voortstuwing," legt Dingemanse uit. "De rotor van een
gyrocopter wordt op gang gehouden door de voorbijkomende wind, die er
van ondereen tegenaan blaast dankzij een kleine helling van de as. De
bladen hebben een vleugelprofiel en zorgen daarmee voor lift.
Voortstuwing komt van een propeller op de achterkant van de PAL-V. Je
kunt er niet mee stilhangen in de lucht en ook niet verticaal
opstijgen of landen. Maar het is een ontwerp waarmee je makkelijk
leert vliegen, waarmee je geen stomme dingen kunt doen, en dat
makkelijk is in het onderhoud." Volgens Dingemanse stijgt de
maximaal 900 kg zware PAL-V (bij twee inzittenden en een volle
benzinetank van 90 L) al op bij een snelheid van 50 km per uur. Bij
een tegenwind van 30 km per uur is 20 km per uur grondsnelheid dus
voldoende.
Een
van de mooie eigenschappen van de gyrocopter is dat de rotor blijft
werken en lift blijft leveren als de motor uitvalt. Dat garandeert
een betrekkelijk zachte landing bij pech. De gyrocopter is geen
uitvinding van PAL-V, benadrukt Dingemanse. Hij is in 1928
uitgevonden door de Spaanse ingenieur De la Cierva. Op dit moment
kent Dingemanse 35 fabrieken van gyrocopters, waaronder een in
Duitsland die er honderden per jaar maakt. Alleen PAL-V past het
principe toe in een vliegende auto.
Om
in een PAL-V te vliegen heb je een vliegbrevet nodig maar: "Leren
vliegen in een gyrocopter is het makkelijkste wat er is. De theorie
is voor iedereen hetzelfde of het nu gaat om een luchtballon of een
Cessna. De praktijk leer je voor ons toestel in 20 á 30 lessen. Een
van onze investeerders is in Lelystad al een gyrocopter-vliegschool
begonnen. Zijn lessen zitten helemaal vol."
Wat
opvalt bij de vliegende auto's die elkaar nu beconcurreren, is dat ze
geen van drieën op een conventionele auto lijken, terwijl alleen de
Transition doet denken aan een normaal vliegtuig. Dat is niet
verwonderlijk: auto's en vliegtuigen zijn gespecialiseerde,
geoptimaliseerde, uitontwikkelde machines. Een vliegtuig kan niet
anders dan een slechte auto zijn en omgekeerd. Een vliegende auto
blijft dus een wat moeilijk compromis, waarbij de inzittenden veren
moeten laten op het gebied van ruimte, comfort en laadvermogen en ook
wat betreft vliegeigenschappen.
Dingemanse:
"Dan is er nog een probleem. Je gaat de weg op met een
vliegtuig: een smal voertuig met drie wielen en een hoog zwaartepunt.
Hoe voorkom je omslaan in de bochten? Wij gebruiken de kanteltechniek
van Carver, die ervoor zorgt dat de carroserie in de bocht naar
binnen leunt zoals een fietser of motorrijder dat doet. Wij hebben
een exclusieve licentie genomen op de twee basispatenten daarvoor."
Mede hierdoor is de PAL-V op de weg in de hand te houden tot een
snelheid van 180 km per uur. Zelf heeft PAL-V onder andere octrooi op
de inklapbare rotor, die bij het rijden opgevouwen op het dak ligt.
Nu
de PAL-V blijkt te kunnen vliegen zoekt het bedrijf opnieuw
investeerders, die 10 tot 15 miljoen moeten ophoesten om tot
productie te komen. 2014 is het doel, maar het wordt allicht iets
later. Is er meteen ook tijd voor een studie hoe je straks de files
oplost rond de schaarse start- en landingsbanen.
Reacties
Een reactie posten