De recensies
(NRC Handelsblad, december 1998)
Het lijkt wel of de
televisierecensenten gisteren hadden afgesproken elkaar niet in de wielen te
rijden. Vijf besprekingen, geen enkele doublure. Dat wijst op een
televisieaanbod zonder hoogtepunten, zonder verplichte nummers, zodat ieder
zijn eigen plan kon volgen.
Han Lips in Het Parool besteedde
zijn halve kolom tabloidformaat aan het navertellen van een aflevering van The
Simpsons op BBC 2. De vraag 'Is dit
leuk?' beantwoordde hij met 'Gisteren wel,' jammer genoeg zonder te zeggen
waarom. Lips besloot curieus met: 'Toch moet de les zijn dat je nooit moet
proberen een aflevering van The Simpsons na te vertellen.' Die les had
hij logischerwijs geleerd voordat hij zijn stukje inleverde, maar kennelijk te
kort voor de deadline om er zelf van te profiteren.
AD's 'Ik' had gekozen voor Radar,
de consumentenrubriek van de TROS, die deze keer ging over postorderleed.
Beschreef wat eigen postorderproblemen en een paar gevallen uit de uitzending.
Verder eigenlijk niets. Het Parool en het AD maken het zichzelf moeilijk met
recensies van niet meer dan 250 woorden maar doen geen moeite het beste ervan
te maken. Gisteren in ieder geval kwamen ze niet boven het niveau van
paginavulling uit.
Ruud Verdonck, het media-instituut
van Trouw, nam de KRO-avond onder de loep en kwam wèl verder dan een
beschrijving van wat hij had gezien. Hij schetste het langzaam groeiende succes
van de komedie Toen was geluk heel gewoon en maakte melding van zijn
weerzin tegen de truttigheid van dit programma. Terecht, een recensent moet
zijn mening niet verhullen. Er volgde een vergelijking met de inzakkende
populariteit van Ook dat nog, en Verdonck kwam met de hypothese dat de
dalende kijkcijfers van dit programma Aad van den Heuvel welgevallig zouden
zijn. Dat Van den Heuvel bij de KRO min of meer gedwongen wordt met dit
succesvolle programma door te gaan is interessante achtergrondinformatie. Maar
de suggestie dat bij Ook dat nog studiogasten zijn geïntroduceerd om het
programma minder consistent te maken en het zo´een stapje terug' te laten doen
is vergezocht. Verdoncks stukje eindigde nogal ongelukkig met een volkomen
mislukte zin over Toen was geluk heel gewoon: 'Maar het blijft elke week
weer vreselijk wennen, dat dit blijkbaar het leukste is wat hier te bieden
valt.' Lesstof voor het VWO of de School voor Journalistiek: maak deze zin
korter, correcter en duidelijker.
NRC geeft zijn recensent twee keer
zoveel ruimte als Trouw doet, en drie keer zoveel als het AD en Het Parool.
Maarten Huygen kan dus vrij zorgeloos uit programma's citeren en hun sfeer
beschrijven. Ook kan hij meer programma's behandelen. Zijn mening geeft hij
vooral tussen de regels door: naar aanleiding van Taxi gaf hij gisteren
zijn eigen voyeurisme toe en stelde hij vast, niet wereldschokkend, dat leed de
grondstof is voor de beeldindustrie. Van Dokument: Westeinde, over een
ziekenhuis in Den Haag, prees hij de afstandelijke cameravoering. Huygen
vertoont geen Frits Abrahams-complex maar kan zijn voorganger nog niet doen
vergeten.
Als enige had de recensent van NRC
het interview met Connie Palmen gezien van BBC World. Inderdaad een
buitenkansje; journalisten van overzee die zich komen afvragen wat er zo goed
is aan dit succesnummer. Huygen had wel mogen benadrukken dat hij dit interview
kon zien dank zij het verdwijnen van CNN van de Amsterdamse kabel. BBC World is
daarvoor immers in de plaats gekomen. Na alle gedram over CNN door de Jan
Blokkers van deze wereld had dat geen kwaad gekund.
In De Volkskrant trok Cornald Maas
van leer tegen de produkten die de commerciële televisie maakt van de grondstof
leed. Een makkelijk doelwit, al was Maas nog te mild over Robert ten Brink. Hij
noemde All you need is love 'onschuldig', maar het feit dat er nu veel
meer van dergelijke troep wordt gemaakt dan in het beginjaar 1992 lijkt me nauwelijks
een argument. Waarom mensen wel tegen zichzelf beschermd moeten worden als ze
brieven schrijven aan Hennie Huisman en niet als Ten Brink de geadresseerde is,
ontgaat me. Een eye opener was Maas' waarneming dat in het emotionele
duw- en trekwerk vrouwen langer weifelen, en dan krachtiger besluiten dan
mannen. Waar zijn eigenlijk de vrouwelijke recensenten?
Reacties
Een reactie posten