De Chinezen komen!
Overheid Innovatief, september 2003
De
Chinese overheid heeft besloten alleen nog maar software uit eigen
land te gebruiken. Dat betekent: geen Microsoft Office meer, maar WPS
Office 2003 van Kingsoft. Geen Windows meer maar Red Flag Linux.
Microsofts pogingen het vertrouwen te winnen van de Chinese overheid,
onder andere door inzage te geven in de broncode van Windows, zijn
mislukt.
China
heeft een diep wantrouwen jegens Amerikaanse technologie sinds begin
vorig jaar een nieuwe Boeing voor de Chinese president door
Amerikaanse technici bleek te zijn voorzien van afluisterapparatuur.
De keus voor een open
source-besturingssysteem
heeft daar zeker iets mee te maken. China's eigen programmeurs kunnen
zich ervan vergewissen dat het Westen geen geintjes uithaalt, en ze
kunnen de software naar believen aanpassen.
Daarnaast
probeert China de eigen hi-techindustrie te stimuleren. Software uit
eigen land had in het verleden 90% van de markt, maar dat is
verminderd tot 30%. De overheid probeert nu een voorbeeld te geven.
Wie
nu denkt dat dit een betoog wordt over Microsoft, of over de deugden
van open-sourcesoftware, heeft het mis. Dit gaat over de Chinese
markt.
Sinds
onheuglijke tijden loeren Westerse bedrijven op de Chinese markt. En
sinds onheuglijke tijden vallen de resultaten van hun inspanningen
tegen. Oorzaken daarvan zijn onder andere de stroperige
onderhandelingstactieken van de Chinezen, maar ook bijvoorbeeld het
feit dat weinig mensen in China een stereo van Philips kunnen
betalen. Zelfs Pepsi maakt daar nog steeds verlies.
China
speelt dus nog niet de gehoopte rol van afzetmarkt, maar is wel een
geducht productiegebied aan het worden. Dank zij dezelfde
omstandigheid dat Chinezen zo lekker weinig verdienen, kan Philips
daar goedkoop produceren. En niet alleen Philips. China is de
grootste fabrikant van notebooks, vooral dank zij de productie die
Taiwanese bedrijven daar uitbesteden.
Ook
mobiele telefoons worden in grote aantallen in China geproduceerd,
door Westerse én Chinese bedrijven, vaak in joint ventures. Lokaal
gemaakte mobieltjes hebben een marktaandeel van 55 procent. Hoeps,
glipt daar de lucratieve Chinese markt uit de Westerse handen nog
voor hij goed en wel is ontstaan?
Dat
zou heel goed kunnen. Chinezen kunnen nog weinig kopen, maar al wel
produceren en leren. De joint ventures zorgen voor kennisoverdracht
(daar zorgen die onderhandelingen wel voor), de
schroevendraaierfabrieken voor een geleidelijke stijging van de
inkomens. Tegen de tijd dat de Chinezen koopkrachtig genoeg zijn om
Westerse producten af te nemen, zijn ze ook in staat dergelijke
producten zelf te vervaardigen. Dan zal het eigen fabrikaat goedkoper
zijn dan vergelijkbare artikelen uit het Westen. Eventuele
stimuleringsmaatregelen, zoals in het geval van de computersoftware
bij de overheid, doen de rest.
Dit
proces is al gaande. Het Chinese bedrijf Dawning ontwikkelt een
supercomputer die, als hij af is, in rekenvermogen de derde ter
wereld zal zijn. Softwarebedrijf Huicong werkt aan een zoekmachine -
een sleuteltechnologie.
Software
zal in sommige gevallen specifiek voor de Chinese markt zijn, in
verband met de verschillen in alfabet. Maar als Microsoft een Chinese
versie van Word kan maken, kunnen de Chinezen Westerse versies maken
van hun programmatuur. Handelsgeest genoeg daar. We moeten er niet
van opkijken als wij straks een afzetmarkt blijken te zijn voor
Chinese hi-techproducten in plaats van andersom. Immers, wie is hier
de goedkoopste? Dat scenario heeft bij mijn weten niemand ooit
geschetst.
Daarbij
moeten de Chinezen in staat worden geacht hun thuismarkt deels af te
schermen voor Westerse producten. De geschiedenis van het Japanse
'wonder' zou zich kunnen herhalen. Gezien de aanhoudende mooie
verhalen over de Chinese markt lijkt het me de vraag of Europa hierop
is voorbereid.
Reacties
Een reactie posten